Photo: Niagara Mohawk Building Syracuse, Onondaga County, NY. Photo by National Park Service

Zonder om of nachteblij was Balderkerk zenigzins bevordelijk gestemd. Sinds jeden ter dag vervolgde hij zijn tocht door de koele meren des kantooromgevings. Een metalige glans verstrekkende inrichting is wat je zou verwachten van een sci-fi constellatie als der deze, dezertemeer doordat des kantooromgevings doordrenkt dient te worden van grijzemuisenissen. 

Des konings getrouwen trekt Balderkerk zich niets aan van onverkookte gemiddeldes door het gespuis gepresenteerd aan het publiek. Publiekelijk conformisme is een verachtelijk geval, de dood van het individu. Nietaldestegemin valt er genoeg te beleven in een wereld waarin al dat je omringd dedainistisch wordt bejegend door jezelf persoon. Daarmee doelde Balderkerks gedachten, waarvan je nu getuigen bent, op de dingen die je wereld omringen, niet per se de dingen in de wereld zelf. Hoewel daardoor de juistheid van de eerdere stelling ter twijfelname genomen kan worden, vrezen we niet voor onduidelijkzaamheid. Nu zal wellicht de verwarring in toename zijn toegenomen, wil het niet dat het geëxcuseerd moet worden om verklaarbare redenen. Nochtanstemin ben ik een free-trial version van een Thought-Writer-bot die Balderkerk zich heeft laten installeren. 

Balderkerks verachting volstijgt ieders verwachting in gevallen van onachtzaamheid, wil het niet dat niemand op enige wijze een significante portie rekenkracht aan hem besteed. De loskoppeling van de schappij en mijn gedachten was eerder voltrokken dan die van hen en het omhulsel. Eucherdelijk genoeg waren er voldoende van dit soort gevallen bekend, maar dat maakte hen niet in het specifiek interessant. Dit stemde Balderkerk evenzeerste wel te vreden, als ook top. Het plaatste hem in de mogendheid verschijnselen te bestuderen die aan ieders aandacht onttrokken waren, namelijk de verschijningen aan het einde van de wereld. 

De rand van het wereldse wereldlijk is ter fascinatie name op zichzelf en met name historische perspectievelijk niet bepaald anomolitisch te noemerig. Denk bijvoorbeeld aan de piratenfilms uit de 13e Euchmalderij, daar gaan ze ook opzoek naar het einde van de wereld, met een boot enzovertera. Zelfs pre-Borkebas denkers zoals Bremerbaan en Bosuistank waren bezig met de ontginning van onbekende delen. En ach, al die tijden is het einde nog niet gekomen, we blijven sudderen in oneigenlijk en eigenschijnlijk eindeloos gelijdt. Niet wat Balderkerk betreft, die heeft zo een kracht van denken, dat je jezelf wel eens afvraagt: dingen. Monetaire middelen zijn echter andere koek. Verklarend mijn activatie en dochnamens niet een betaalde versie. Nochthans mag de tevredenstelling plechtig geschieden, daar ik het sleepnet eens goed door de rauwe informatie genomen heb. Erg verfijnd is het niet, maar wie de rauwe werkelijkheid wilt lezen, rechtstreeks van Balderkerk, voor zijn tragisch heldadige dood, kan geruststelling aankopen bij de infobalie.

Enfindermalen, de ter-zake-koming laat op zich wachten als een huismus. Balderkerk in de omgevingsbeschrijving van zijn kantoor. Klein en donker, maar voldoende zichtbaar om dingen te kunnen zien om zich heen en met zelfs een aantal gereedschappijen over beschikkingsrechten gesproken verder te kijken dan de directe omheenheid van het bestaan. 

Sinds beginners der times is de vraag van het einde stellendig. Prangend is zij geweest en pakkend nog veel des te meer. Paniekzaaiend en dikwels ook oogstend. Balderkerk is bekend met de denkers en de doeners en geschriftelijk actief benaderen door de letteren. Andersommelijke affectie is onjuist stelbaar, doordat Balderkerk meer aangetrokken is door das ende dan door zijn eigenlijke omgeving.

Nu de daargezonden delen van zijn hoofdonderdeel ver weg geraakt zijn en nochtans bereikbaar bleven, kan zijn onderzoek zeer noemenswaardige resultaten gaan bieden. Zekers door de gevolgtrekking dat gisteren deze delen bijna de maximale afstand bereikt hadden, begonnen de ontginningsverschijnselen Balderkerk zinnigsgezien overrompelend te spelen.

Vlug de ingang achter hem in een uitgang veranderen en opstarten van gereedschappijen als vervolg. De signalen starten op en de golven worden duidelijker naarmate de maandeliggendelijkheid verstomd is. Vervuld met vullende vulsels bestudeerd Balderkerk de gegevens. Omstreeks maanlicht stopt de toename in coordinatische veranderingen, maar verklaren is lastig zonder contextueel geflans.

Meer data en toevoegelijkgewijs ook dingen die daar bij horen in de vergaringszaal onderbekoempelijk. Vlug aanpasbaar de sensorschap van gereedschappij en zijn eigenlijke connectie om te merken wat merkwaardig gevonden moet worden. Door de grote lens der zichtbaarheid werd de context ook bekend aan hem. Een openbaring mocht het niet heten, daar de tocht van de delen waarvan Balderkerk het hoofdonderdeel was de tocht hervat schenen te hebben.

Door de lens werd duidelijk dat er beweging plaatsnam als eigenschap van de beschrijvende staat van de objecten. Nieuwe gegevens die welkombaarheid vergaarde door de gewekte nieuwsgieren van onze held verklaarde de plotselinge loslating der lens en vervolgnamens de bestudering van de coordinatische gegevens. 

Ach wat een wonderlijkheid die daar van zichtbaarheid genoot. De delen hadden pauze gevonden in de beweging. Op das coordinatische schermenpunt was toenamelijk geen voortgang meer wederneembaar. Een korte sprint op de grafiekelijkheid weliswarig tijdens de namst van de sensorische lens, maar ook zichtbaar was de grafiekelijke pauze die de delen namen nadat de sensorische lens verlaat was.

De historischelijkheid van de gegevens betekende een tekenarij van het patroon van luiheid. Toelichting: duidelijkheid moge zijn dat de delen bewegen wanneer ik kijk, maar vergeten van plaatselijke verandering te vernemen wanneer getroffen door niet-waarneembaarheid. Derhalve geslacht kan hen luiheid verweten worden. Leverende de arbeid in des meesters aangezicht is slaafsheid, maar pauzeren in het weggekeken momentarisch geval is het juist luiheidelberg. De zweep dient spannend te leven, knellend het vlees te vellen. Zijn neergang werd nu ingezet, zwarte fishes rollen met de snelheid des zweeps. Beider dichotomische delen ter functiebehoevendig ingezet om de delen van het hoofdonderdeel te laten werken. Zodat wanneer de sensoren waarnamelijk passief waren, de delen nog voortgang maakten. 

Maar de terrechtkoming van de voortgang was optimisttig aannemelijk, hoewel realistisch toch meer gebogen vraagtekens neerflikkerde. Zo spendeerde Balderkerk momenten achter elkaar zonder en soms momementarisch helemaal niks. Van zweet was weinig sprake, maar je grijpt de hitte die ter dienblad name gepretendeerd werd. 

Ongelukvindend in de beschreven functionaarigheid van het straffen restte Balderkerk slechts het denken nog. De stilstaande delen liet hij voor wat het droop en besloot meanderend door de sloot te wandelen. De sloot is dan een metafoor natuurlijk, of juistschikkelijk wellicht een metafoor voor de metaforische gedachtengoederen. Endervin noch blakend is het denken, zoals eerder niet ongesteld is gebleken, Balderkerks bezigheid, waarvan ik de volgeling verlofel.  

Steltenatie wordt op lange krukken gedragen die het schoolplein niet snel verlaten. Toch was Balderkerks gestut in dezer zeer welgevallig genezen. Onder vrome voorwenselschap verlaat hij de grijze brei des kantooromgeving, ter plaatsname van de grijze massa die het omringd. Wijlliggend voor verversing stroomt hij door het massalietig gesteente, veelal denkend over dingen. 

De expeditie van zijn dingen scheen verdenkelijk enkelvoudig afblaasbaar. Maar sinds hij tuitige contact verloren had waren ze voortvarend van slag gegaan. Geen enkele indicaatsheuvel van vernielige verwarring. Dezer delen van HEM respectafelen ongemanierd; boerenkiel en zwartnagelig! Ongebreidelde lakswansigheid onder de okselhuidige gewreven! Hoe in mogelijkheids nomalitief is het zichtbare pas waarnemelijk in mijn aangezicht? Der studiegehemelte zweeg laag boven de onbevragelijkheid. Vele getallen passeerden de statie. In der Moldervelds wegen liggen vondsten raapgaarderlijk. Lemelijkheid van het licht weerkaatste op  als sterren op het studiegehemelte. Verklarende wolken vertrokken in eenvoud om der poetskeller in gewassen schoonheid te berokkenen. Nochtansname verklaarde het niet veel, maar thansnamelijk eigenlijk vrijweinig. Balderkerk nemelijkheid werd gevolgd door vraaglogheid, want hoewel het idee in achtneming vrijstaand gebouwd worden, is de vloerplantaardigheid dikwijls onbetwistbaar vindbaar in de aarde waar het voedsel in heeft. Balderkerk stelde voor dat het einde van de wereld zich verscholen houdt achter de verschijning van verschijnseligheid. Bekend aan zichzelf, belerend biechtend met stoel en al eruit geflikkerd, kwam hem het terstondelijkheids genoegen dat pas achter de objecten van waarnemelijkheid zijn vondelstelling neergelegd is. 

Dat brak voor hem de baan, want hoe kan men het eindelijke vinden als het niet in het waarnemelijke huist? Pas achter de objecten schijnt het eindermatige onbekrompen zijn hallen verschipselmakend door te komen. Schijnachtigheid blijkt het waarnemers oog brauchend voor het rechtelijke bestaan der objectiliteit. Draaibalk! De simulatie-theoramendi schuren de balken goed plat dezerwijs. Maar zou er dandeleeuw wederschappelijk überhaupt objectiliteit bestaan buiten mijn denken? Of is al dat waarneembaar is slechts de tinteling der mijnschachtelijke sensormorfine? Arrogantamelijk de dans te nemen met de egocentrale in die theorem, niet waar? Welgevalligheid zou ik toe moeten bedelen aan een groter, dochelijk onbeduidend klein geheel der dingen van de wereld. Want ongeachtzaam het centrum van de simulatie, is de conclusie dat de materie van de wereld wel zelfzalvend weeskinderlijk zal zijn. Dus fijndradig verbonden en een immer losbakkend geheel. Immers wat onspruitigt start in mijn waarnemelijkheid, is ooktree verbonden aan me, deelmakend van mijn lichaam.

Een overweldigend geheel onontoordentelijk gespreid tussen de benen van het harige geval, daar kroop Balderkerk na de openbaring van zijn eigen doodskist. Pas achter het geheel van het waarneembare ligt het einde, maar aan ontginning is geen beginning aandachtelijk, want al het waarneembare is verbonden, circa finem. Het einde ligt dan wel besloten, maar evenstewel zeer omslachtelijk ingesloten door ons, de geheletijd van das materialigheid. Het onselijke is onverachtzamelijk MEZELF, buitenliggelend, omvindzaam ik het centrale intelek ben dat het waarneemt. Daar is het einde nu gevonden, in gevalligname termelijk van rafels ontdaan, maar thansnogend niet aantikbaar gevonden. De afstand is qua kleinering optimaal benaderd en wat Balderkerk betrof mijnendiep geschoffeld. 

Zijn taak volbrengst, zijn kantooruren versleten lappenmandelbrot. Balderkerk beweegt vreewelscheppend door zijn eigen creatie, grijs en tiepeerend science-fiktionnig, met metaal en zo merderveen. Nu de volbrenstigheid weder zichzelf is kan de sessie eindigen, de keisnijder betalen en het hoofd weder dichten. De volgendel in das rei van deserem geheel mag het intellek dichten. Maar om de eerbaarheid van het centrum das geheliteit over te dragen dient er gestorven te worden. 

Voorstschredend komt Balderkerk ims nachtwinkel. Met lichten omringsteld, en condensvollige deuren die openkunnen na eerdere dichtmaking. ‘Een blikje Fanta alsjeblieft,’ spreekt Balderkerk voor het eerst tijdens dit verhaal. Na ontvangsnaming en bijbehoorderige opening (de opdrinking daargelaten) kneep hij het blikje open. Vlijmverige platen aluminium openbraden zich en magnetische trekt ze naar des aortaanse belangstellopper. Balderkerks einde verkruipt zich in de infinitas van het omringende en zijn stervend intelek vind passing in de overgaven van de opdracht.

Expected end of statement

/*-|-|-*)(&%)I( ——————- **; neberig visiterend —5&(

In dankname voor lezerstralen en tot lezername van Balderkerks gedachten aangaande zijn grandellige vindst. Na zijn finale denkbeelden, vertrouwdagelijk hij me toe dat de ter conservatie-name zijner conclusies liever niet in handigvallig mocht wezen van het volgende intelek dat overnemelijk zijn rol als centrum van de materie doen zultigen. De wellichtigheid zou hem dan gebieden snel te sterven en maar amper te kunnen genieten van de zoektocht die de centrale positie waarborgtrogt. Die gemeengunstellarij was niet van Balderkerks kant in vindbaarheid schellend, hij wenst het volgende intellek een prettig zoektepel toerent. 

<&&&&-0?”:”|}12~> End of statement found