Afgelopen jaar schreef ik een boek review over de Franse literatuur sensatie ‘Weg met Eddy Bellegueule’ van 28-jarige Édouard Louis. Édouard schrijft over zijn ervaringen in als jonge homoseksueel in het diep homofobe en racistische noorden van Frankrijk. Dit boek was me getipt door m’n contact persoon in de theaterwereld van Amsterdam. Het boek scheen in de theaterwereld erg veel los gemaakt te hebben. Zo veel zelfs dat het gerenommeerde Internationaal Theater Amsterdam van Ivo van Hove haar hele Brandhaarden festival aan Édouard Louis wilde wijden.
De boeken van Édouard Louis zijn een opmerkelijk fenomeen. Hij heeft er in totaal drie geschreven en alle drie werden ze direct bestsellers. Daarnaast werden de boeken ook gretig door de theaterwereld opgepakt die er diverse theateradaptaties van gemaakt. In Nederland heeft ITA bijvoorbeeld een monoloog van ‘Ze hebben mijn vader vermoord’ op de planken gebracht (vertolkt door Hans Kersting en op 22 maart via een livestream te bekijken) terwijl ook Toneelschuur Producties een productie van ‘Weg met Eddy Belleguele’ geproduceerd heeft. Tot slot schijnt theatergroep Oostpool de intentie gehad te hebben om de trilogie te complementeren met een bewerking van ‘De geschiedenis van geweld’.
Afgelopen maand heb ik samen met mijn contact uit de theaterwereld de voorstelling ‘Weg met Eddy Belleguele’ bekeken via de ITA livestream. Door het o.a. het NRC werd deze voorstelling bestempeld als het absolute hoogtepunt uit het theaterseizoen, de verwachtingen waren dus hooggespannen.
Zonder dat ik van deze post een recensie wil maken, kan ik wel zeggen dat de voorstelling zeker de moeite waard is om te bekijken. Wellicht zou ik wel aanraden om ‘m te bekijken wanneer de theaters weer op zijn, want dan komt hij een stuk beter tot z’n recht. In tegenstelling tot veel van Ivo van Hove’s ITA producties was het namelijk een stuk lastiger om camera’s en video in deze productie te implementeren.
Matig boek, sterk in het theater
Enfin, na het zien van de voorstelling rees de vraag bij me op: waarom zijn de boeken van Édouard Louis zo aangeslagen in de theaterwereld? Zoals te lezen viel in m’n boekreview van ‘Weg met Eddy Belleguele’ was ik zelf niet bepaald onder de indruk van het boek. Het lijkt geschreven te zijn vanuit de ivoren toren van een tamelijk apathisch, links-elitaire schrijver. Het is een vrij eendimensionaal boek waarvan het eerste deel vooral een lange uiteenzetting van de homofobe en racistische small-town mentaliteit die in de dorpjes in Noord-Frankrijk heerst. Toch maakt de theatervoorstelling een uiterst krachtige impact. Hoe kan het dat de theaterwereld Édouard Louis’ boeken zo omarmt en zo krachtig kan presenteren?
Misschien trok ik m’n neus ook wel op voor het boek doordat er een deel van me was dat zich er persoonlijk door aangevallen voelde. Veel van de negatieve beschrijvingen uit het boek herkende ik namelijk in het dorp waar ik oorspronkelijk vandaan kom. Ook daar heerste racisme, homofobie en kleinburgerlijke mentaliteit. Toch ben ik altijd erg trots geweest op mijn oorsprong, ondanks alle gebreken en negatieve aspecten die daaraan verbonden zijn. Ik vond dan ook dat het boek alle kleine plattelandsdorpjes een groot onrecht aandeed door het eendimensionale beeld dat er van geschetst werd.
Het eendimensionale beeld wrong bij mij, met name doordat de linkse kringen altijd zo hun best doen om een genuanceerd beeld te schetsen waneer ze antropologische documentaires maken van onderdrukte minderheidsgroepen. Het lijkt soms alsof vergeten dat de boze witte man zich ook precies zo voelt: een onderdrukte minderheidsgroep.
Gebrek aan dualiteit
Enfin, Ivo van Hove vertelt zelf over Édouard Louis’ boeken dat die zo juist geschreven zijn op een wijze waarin juist iedereen zich kan herkennen:
“Ook als je geen homoseksueel bent die in het noorden van Frankrijk in een ontzettend homofobe omgeving heeft gewoond, ondanks het feit dat je dat niet hebt meegemaakt, kun je je toch inbeelden hoe het is om opgevoed te worden in een omgeving waarvan je denkt dat ze je niet graag zien en waar ze je weg willen en waar je je niet thuis voelt.”
Ik had daar dus juist wel moeite mee. Voor mij was het verhaal te eendimensionaal om geloofwaardig over te kunnen komen. Ik geloof niet dat een kind zo opgroeit zonder enige binding met zijn omgeving. Misschien ligt het aan mijn privilege dat ik niet in zo een rot situatie ben opgegroeid dat ik me daar niets bij kan voorstellen, maar ik geloof dat zo een setting als in het boek juist een enorm complexe dualiteit tussen liefde en haat met zich meebrengt. Dat is wat ik mistte in het boek. In het latere deel van het boek komt het wel wat meer naar voren, maar mijns inziens was het allemaal maar wat summier.
Waarom is het boek, ondanks dit gebrek aan interessante innerlijke strijd, dan toch zo een success in de theaterwereld? Mijn meest intuitive reactie was om te denken: ja, natuurlijk slaat dit boek aan in de theaterwereld, die staat natuurlijk bol van de verkleednichten met een vrijwel identieke geschiedenis. Natuurlijk herkennen die zich in dit verhaal. En heel gek is dat ook niet om te denken wanneer je bijvoorbeeld ziet dat bij de ITA monoloog ‘Ze hebben mijn vader vermoord’ de voltallige cast (hihi) en de regisseur homoseksueel zijn.
Hoewel dit wellicht een beetje een kleinzielige reactie is die voortkwam uit mijn ietwat gekrenkte status als voormalig inwoner van een klein working-class dorp in het zuiden van Nederland, gaat het misschien wat ver om te stellen dat die reactie volledig ongefundeerd is.
Het toneelspel van het conformisme
Het sterkste aspect van het boek Weg met Eddy Bellegueule manifesteert zich namelijk in Eddy’s pogingen om zich aan te passen aan zijn omgeving. In deze passages zien we dualiteit en innerlijke strijd, iets waar inderdaad iedereen zich wel in zal herkennen. Iedereen heeft wel eens (vergeefse) pogingen gedaan om bij een bepaalde groep te horen. Zo probeert Eddy bijvoorbeeld mee te drinken, mee te voetballen en mee te delen in allerhande andere cis-hetero-masculine-normatieve rituelen.
Dit is uiteraard allemaal theaterspel, want Eddy houdt helemaal niet van dat soort activiteiten. Het is een poging tot conformisme. Édouard Louis beschrijft het zelf mooi in een interview met de NY Times: “After all, I’m gay, and every gay person is a born actor. Every day was a performance to protect myself from homophobia and masculine violence.”
Ik denk dat dat ook mooi de link tussen de theater wereld en het universum van Édouard Louis legt. Veel acteurs en regisseurs zullen delen van de geschiedenis herkennen in hun eigen jeugd. Een jeugd waar ze zich gedwongen voelden om toneel te spelen. De theater wereld biedt een veilige omgeving waar mensen die zich op enige manier opgesloten voelen zich vrij kunnen wanen. Een plek waar het er niet gaat om wie je bent, maar om wie je kan zijn. Een wereld die bestaat uit een oneindige reeks van fictieve werelden.
De theaterwereld als redemie tegen het toneelspel
Het is dus ook niet gek dat Eddy aan het einde van het boek naar een andere school gaat in de grote stad Amiens waar hij een theater programma kan volgen. Het klinkt paradoxaal: hij trekt naar de theater wereld zodat hij eindelijk kan stoppen met theaterspelen. Dit is overigens allemaal autobiografisch, Édouard Louis heeft deze stappen allemaal zelf ook gezet. En met hem verwacht ik dat heel veel closeted gays diezelfde natuurlijke aantrekkingskracht tot de theaterwereld hebben gevoeld.
Uiteraard is dat een uitermate trieste aangelegenheid: je jeugd doorbrengen in de coulissen van het echte leven en vervolgens je pas echt thuis kunnen voelen in een wereld die volledige losgetrokken is van de realiteit.
Het is nog triester wanneer closeted homo’s het toneelspel zo ver doorzetten dat ze zelf homofobe worden. Édouard Louis heeft zich hier in z’n jeugd schuldig aangemaakt, maar denk bijvoorbeeld ook aan hiphop fenomeen Tyler the Creator die op z’n eerste albums ongekend veel homofobe uitspatting etaleerde en nu over homeliefdes schrijft.
Een tweede aspect dat wellicht niet zo donker is als het eerste aspect, is Édouard Louis’ persoonlijke achtergrond in de theaterwereld. Zoals gezegd ontvluchtte hij op jonge leeftijd de onderdrukkende omgeving op het platteland om onderdak te vinden in de theaterwereld van Amiens. Deze achtergrond zal ongetwijfeld zijn invloed hebben gehad op zijn schrijven.
Gerenommeerde regisseurs die zijn boeken bewerken voor het toneel zeggen namelijk stuk voor stuk dat de boeken veel elementen uit de toneelwereld bevatten die erg geschikt maken voor toneelbewerkingen.
De Duitse Thomas Ostermeier zei bijvoorbeeld over History of Violence: “It is very theatrical in its confluence of different voices and perspectives.”
Ivo van Hove sluit zich daar bij aan door te stellen dat Édouard Louis een ‘ongelofelijk mooie stijl van schrijven heeft, waarbij zijn zinnen eigenlijk bijna gedachten zijn die zich geleidelijk aan ontwikkelen. Dat is heel theatraal eigenlijk en daarom past het ook zo goed bij het theater.”
Édouard Louis en de theaterwereld; een droomhuwelijk
Uiteindelijk lijkt het een match made in heaven, Édouard Louis en de theaterwereld. De theaterwereld heeft hem (en vele andere jonge homefielen) een veilig toevluchtsoord geboden en in ruil biedt hij de theaterwereld uitermate theatrale boeken die veel herkenning schenken en zich goed lenen voor theateradaptaties.
Hoewel deze relatie op zich een mooie relatie lijkt, is hij toch gestoeld op de onderdrukking van homoseksuelen in onze maatschappij. Mochten de boeken herkenning schenken aan iedereen in dezelfde situatie als Édouard Louis, dan hoop ik ook dat het net zoveel mensen de kracht mag geven om zich tegen de onderdrukking te verzetten en waarlijk hun eigen leven te kunnen leven. Geen toneelspel meer.