• Written by: Dimitri Verhulst
  • Published in 2019
  • 168 pages
  • Rating: ❤️❤️❤️??

Het lezen van De Pruimenpluk volgde voor mij direct op het lezen van De Helaasheid der Dingen. De titel van dat boek had hoge verwachtingen geschapen waar de daadwerkelijke tekst helaas niet volledig aan kon voldoen. Aangezien de schrijver Dimitri Verhulst bij een groot publiek toch in hoog aanzien staat, besloot ik een ander boek van hem te lezen om een duidelijker beeld van zijn stijl te krijgen.

Mijn drie sterren rating heeft al blijk gegeven dat het geen doorslaand success was en in het vervolg van dit review zal ik daar een toelichting voor geven.

De verwerkelijking van mijn angst begon eigenlijk direct vanaf de openingszin al. Na het lezen van deze zin liepen dezelfde rillingen over m’n rug die het lezen van De Helaasheid der Dingen ook ernstig verstoorden.

“Oefening die ik somtijds maak: mijn ogen sluiten en slenteren door het ouderlijk huis dat waarschijnlijk niet meer bestaat, of anders onherkenbaar is verbouwd zoals ik mezelf soms vanbinnen helemaal zou willen verbouwen.”

Ik denk dat het een waarlijk groot schrijver zou kunnen lukken om weg te komen met die laatste analogie, wanneer het met veel pijn en moeite in een uiterst fraaie bijzin gegoten zou zijn. Hoe Verhulst het echter beschrijft heeft het meer weg van een Tumblr emo girl gedichtje (zoals ik in de vorige review reeds beschreven heb). Wanneer je een boek begint met het schrijven van een openingszin die door ieder willekeurig tienermeisje geschreven had kunnen worden, dan weet je jezelf verzekerd van mijn makkelijk verbroken aandacht.

Andere stijl elementen die als een roestige spijker door m’n verteringskanaal gejast werden zijn die korte twitterachtige zinnetjes die zomaar beginnen en dan weer eindigen. Verhulst lijkt aan hetzelfde syndroom te leiden als Rutger Bregman. Wellicht zijn ze door hun uitgeverij ingefluisterd dat het grote publiek een minutieuze aandachtsspanne heeft en uitsluitend nog instagram captions kan lezen. Hier onder een voorbeeld:

“Maar om de twee weken sjouwde ik mijn lege flessen naar de glascontainer, waar ik de buurt een halfuur lang terroriseerde met geklingelklangel. De muziek van mijn gezuip. Schaamte daarover. Uiteindelijk ging ik steeds vaker over op wijn in kartonnen dozen, dat maakte tenminste geen herrie als je die weggooide.”

Het wrange aan dit voorbeeld is dat ik de constellatie zelf best aantrekkelijk vind. Ik kan de geestigheid ervan inzien en waardeer het idee. Een competentere schrijver had me wellicht aan het lachen weten te krijgen wanneer het in fraaie zinnen beschreven was. Wellicht ontgaan mij allerlei vreemde stijlontwikkelingen in de hedendaagse literatuur, maar ik geloof niet dat het een goede ontwikkeling is wanneer een schrijver het nalaat om fatsoenlijke volzinnen te produceren en in plaats daarvan zich er makkelijk vanaf maakt met kapot gebeitelde slagzinnen.

Ik vermoed dat het een verwoede poging is om modern en hip over te komen en zou Verhulst niet willen betichten van literaire luiheid, maar hij maakt het zijn tegenstanders wel behoorlijk makkelijk op deze manier.

Een ander punt waarop Verhulst verdacht kan worden van literaire luiheid is de simpelheid van zijn personages en van de enscenering. O.a. recensent Floris van der Pol merkte al op dat hier niet erg veel moeite in gestopt lijkt te zijn. Zelf vond ik dat niet per se een belemmering bij het lezen. Het verhaal gaat over een liefdesrelatie van een doodcynische alleenstaande man in een afgelegen huis en meer ook niet. Ik vind het niet per se nodig dat er onnodige vertakkingen aan het verhaal worden toegevoegd. De liefdes relatie en de innerlijke ontwikkeling volstaan.

Zodoende vond ik het verhaal dan ook erg leuk om te lezen. Zeker naarmate het verhaal vorderde en het hoofdpersonage een aantal nare vallen zet voor zijn geliefde krijgt het verhaal een giftig randje. Die interessante ontwikkelingen worden echter vervolgens niet in het plot verweven, wat weer tot een teleurstelling leidde.

Het verhaal heeft wel een goed einde, maar die losse plotlijnen stoorde me een beetje. Nu ik deze review zo op aan het schrijven ben wind ik me er zelfs meer over op dat toen ik het boek aan het lezen was. Wellicht moet ik er een twee-sterren beoordeling van maken. Maar ach, wat zal het geven. De sterren zijn slechts een indicatie, geen uitsluitend oordeel. En daar zult u het maar mee moeten doen.

Alfons Wiedemeijer
Alfons Wiedemeijer

Naast literatuur en dialoog, laaf ik me uitsluitend aan water, melk en bier.