Vandaag ben ik op kappertjes jacht gegaan. Ik nam m’n stalen ros van stal en zette me neer op het lederen zadel. Gewapend met een verse portie goede moed en een leeg tupperware bakje ging ik op pad. Ik wist van verleden fietstochten dat er bij Wied il-Qlejgħa (Chadwick Lakes) een aantal ferme trossen langs de weg stonden. Daar zou ik dus als eerste naar toe fietsen.

Ja, hoor. Flinke struiken langs de weg in Wied il-Qlejgħa.

Wat zijn kappertjes precies?

Kappertjes komen van de kappertjesplant (Capparis spinosa) die vooral rondom de Middelandse Zee groeien. De Sumeriërs waren 2000 jaren voor Christus overtuigd van de heilzame werking van de kappertjes, iets wat de Grieken en Romeinen later ook overgenomen hebben. Als je meer daarover wilt lezen, verwijs ik je graag door naar deze website.

Het interessante aan kappertjes vind ik dat het niet de vruchten of de zaden zijn van de plant die gegeten worden, maar de bloemknopjes (overigens worden wel meer delen van de plant gegeten, maar de kappertjes die we in de supermarkt tegenkomen zijn dus de bloemknopjes). Hieronder heb ik een foto toegevoegd van de bloemknopjes in verschillende staten van ontluiking. De grootste bloemknopjes wil je ontlopen bij het plukken, want die smaken erg melig. De kleinste zijn het beste.

Kappertjes wanneer je de bloemknopjes laat ontluiken – Foto’s via Gozo In The House

Het was een mooie fietstocht met naast flink wat kappertjes struiken ook erg mooie bloemen langs de weg. Met betrekking tot het kappertjes plukken moet ik wel opmerken dat het een behoorlijk arbeidsintensief proces is. Ieder kappertje moet individueel van de struik losgedraaid worden. Het is namelijk belangrijk om de steeltjes op de plant te laten zitten. Niet alleen omdat die een stuk bitterder zijn dan de bloemknopjes, maar ook zodat er in de toekomst weer makkelijk een nieuw bloemknopje aan kan groeien (die je dan weer kan oogsten).

Hoe pekel je kappertjes?

Het pekelen van de kappertjes is een vrij eenvoudig proces. Het is gewoon een kwestie van zout bij de kappertjes flikkeren en dan wachten. Je kan een beetje spelen met wat voor zout gebruikt en hoeveel je zout je gebruikt etcetera, maar in principe is het een vrij simpel process. Hier onder een visueel overzicht:

1. Schoonmaken

Allereerst is het zaak om de bloemknopjes schoon te maken en de vieze knopjes te verwijderen. Ik heb ze in een soepbord gelegd om een beetje te weken en om ze makkelijk schoon te maken.

2. Sorteren op maat

Doordat de kleine bloemknopjes dus stuk minder melige zijn dat de grotere, zijn deze een stuk waardevoller. Vandaar dat ik de kappertjes voor het gemak even verdeeld heb in twee verschillende potjes, op basis van grootte.

3. Zout toevoegen

Voor deze batch heb ik de verhouding 40/60 zout/kappertjes aangehouden. Wellicht dat ik komende week nog een aantal keer ga oogsten en dat ik dan wat andere verhoudingen proberen zal. Er zijn ook mensen die de kappertjes pekelen met een mengsel van azijn, zout en water. Dat is de wijze waarop veel kappertjes die je in de winkel zult vinden ook gepekeld worden. Het azijn geeft een beetje een kick aan de kappertjes, maar het schijnt dat fabrikanten het vooral toevoegen omdat het een stuk goedkoper en sneller is.

4. Wachten geblazen

Nu de kappertjes in de potjes zitten is het een kwestie van geduld. Het is de bedoeling het zout aan de slag gaat met de huidige bittere smaak van de bloemknopjes. Ik heb de potjes ongeveer tien dagen laten staan. Na tien dagen heb ik het vocht dat aan de kappertjes onttrokken is verwijderd uit de potjes en vervolgens weer een nieuwe lading lading (20%) zout toegevoegd. Hierna is het weer wachten geblazen totdat ze gereed zijn.

5. Gereed!

Nou, na nog eens tien dagen heb je dus kappertjes zoals je ze kent. De fel groene kleur heeft nu plaats gemaakt voor een doffe, donker groene kleur. Alleen nog even het zout er af wassen en dan zijn ze klaar om gegeten te worden ?