In het afgelopen jaar heb ik samen met de boekenclub van mijn jeugdvrienden het Russische meesterwerk Oorlog en Vrede van Lev Tolstoj gelezen. Het kanon van een boek -ruim 1600 pagina’s- is van een schoonheid en klasse dat ik het oneerbiedig vond om er zomaar een korte review aan te wijden. Het boek kent namelijk zo een veelzijdigheid aan wijsheid en filosofische passages dat een diepere analyse meer op z’n plaats is. In dit artikel wil ik dan ook graag dieper ingaan op de levenslijnen van de twee van de meest vooraanstaande personages uit het boek: vorst Andrei en vorst Pierre. In het bijzonder wil ik daarbij ingaan op de verwerking van Schopenhauers diep pessimisitsche filosofie die het verschil in beider einde beschrijft.

Zoektocht naar betekenis

Oorlog en Vrede volgt veel verschillende personages, maar in de karakters van Pierre en Andrei heeft Tolstoj iets bijzonders willen stoppen. Beide personages zijn op hun eigen manier bezig met hun zoektocht naar betekenis in het leven. In hun beider zoektocht liggen veel wijze lessen verborgen die Tolstoj ons graag bij wil brengen, of ons op z’n minst over na wilt laten denken.

De zoektocht van Pierre Bezoechov

Vorst Pierre maakt op het eerste gezicht de grootste ontwikkeling door. In het begin van het boek is hij een losbandige bastaardzoon van de rijkste vorst van Rusland, maar wanneer hij het geld van zijn vader erft en een enorme sprong maakt in maatschappelijk aanzien begint hij zichzelf meer vragen te stellen. Zijn zoektocht naar betekenis loopt via de filantropie, de romantische liefde en zelfs de Vrijmetselarij. Tegen het einde van het boek maakt hij ook het menselijke leed van de onderste klasse van de maatschappij mee. Hij ziet de dood in de ogen en krijgt blaren op zijn voeten. Het is in deze barre omstandigheden dat zijn spirituele krachten toenemen. In deze staat van uiterste bewustzijn ervaart hij mystieke vreugde en waardering voor het leven (Becker, 2014).

Wanneer Pierre in een nacht van zijn gevangenschap opgaat in de schoonheid van de natuur en zijn omgeving, beschrijft hij zijn realistie:

Pierre keek naar de lucht, naar de verre, fonkelende sterren. “En alles wat van mij is, en alles wat in mij is, en alles dat ik ben!” dacht Pierre. “En dit alles vingen ze op en sloten zich op in een schuur die was afgesloten met planken!” Hij glimlachte en ging naast zijn metgezellen liggen om te slapen

Pierre is in staat om zijn individuele lijden los te laten en op te gaan in de eenheid van het bestaan. Voor Pierre is deze eenheid van het bestaan de onmipresentie van God in de wereld. Door dit besef kan Pierre eindelijk zijn individualiteit los laten en kalmte en vrede vinden.

De zoektocht van Andrei Bolkonski

Hoe anders verloopt de zoektocht van zijn vriend, vorst Andrei. Andrei is een veel statigere man, ietwat nukkig. Hij begint zijn zoektocht naar betekenis met zijn quest naar persoonlijke glorie op het slagveld, daarna schakelt hij ook over naar romantische liefde, het dienen van de staat en het verzorgen van zijn landgoed. Gelijkend de ontwikkeling van Pierre vindt ook Andrei een vorm van verbondenheid met de wereld om zich heen. Ook Andrei vind deze verbondenheid in het lijden, wanneer hij na de slag van Borodino in de lappenmand ligt met een granaatscherf in zijn buik. Hij ervaart compassie met allen die lijden om hem heen in de ziekeboeg.

Beide heren verliezen hun gevoel voor individualiteit en geven zich over aan de eenheid van het bestaan. Toch is er een levensgroot verschil in de interpretatie van beide overtuigingen. Waar Pierre de eenheid van het bestaan ziet als de eenheid van liefhebbende God, legt Andrei een duizendmaal duistere interpretatie aan de dag.

Schopenhauer’s pessimisme

Het is in dit verschil dat Tolstoj de filosofie van Schopenhauer in Oorlog en Vrede verwerkt. We weten uit brieven van Tolstoj dat hij ten tijden van het schrijven van het vierde deel van Oorlog en Vrede een diepe fascinatie voor deze filosofie en de werken van Schopenhauer ontwikkeld had (Becker, 2014). Het is dan ook onmiskenbaar dat hij via Andrei een andere conclusie aan het begrip van de wereld wilde binden.

Schopenhauers magnus opus Die Welt als Wille und Vorstellung beschrijft de eenheid van het bestaan als een universele Wil – de wil om te leven. Deze Wil is blind en doelloos en doordat het geen doel heeft kan het ook nooit bevredigd worden. Desondanks blijft de Wil streven en in dat blinde streven veroorzaakt het oneindig veel leed en ellende op de wereld.

De eenheid van het bestaan

Volgens Schopenhauer is er echter een manier om verlossing van het lijden te vinden. Eerst is daar de realisatie voor nodig dat alles in de wereld gedreven wordt door dezelfde Will om te leven. Dit manifesteert zich in alles: van de natuurkrachten tot menselijke begeertes. Met deze realisatie komt ook de opheffing van het individualiteits principe, men herkent dat alles één is in het lijden van de Wil. Dit is een ontwikkeling die zowel Pierre als Andrei doormaken wanneer ze zich vereenzelvigen met het leed om hen heen.

Pierre vind hierin de vredige kalmte van God, maar Andrei ziet de wereld zoals Schopenhauer die ziet: een wereld van oneindig leed. Volgens Schopenhauer is er maar één manier om je hier werkelijk aan te kunnen onttrekken en dat is door het afzweren van de Wil. Door het beteugelen van de menselijke begeertes en het afzweren van iedere vorm van streven (het ascetisme). De staat van verlossing is voor Schopenhauer een staat van onverschilligheid tegenover de Wil en alle aardse fenomenen. Door deze onverschilligheid tegenover de Wil, wordt de Wil vernederd en ben je in staat er werkelijk afstand van te nemen.

Deze laatste fase van Schopenhauers filosofie is exact wat vorst Andrei ervaart, vlak voor hij sterft. Aan zijn sterfbed komen zijn geliefde zuster Marie en zijn voormalige romantische liefde Natacha hem verzorgen, maar wanneer hij een aantal dagen voor zijn dood door een ijldroom overvallen wordt, realiseert hij zich dat de dood hem halen komt.

Wanneer Andrei daarna wakker wordt is hij emotioneel niet meer bereikbaar, hij is totaal onverschillig tegenover al het aardse dat hem omringd, zelfs zijn geliefden. Volgens de analyse van filosofie professor, en Schopenhauer-expert David Becker, wijst Andrei hiermee de Wil af en bereikt hij de uiterste vorm van ascetisme. Een aantal dagen na deze openbaring sterft vorst Andrei.

Welke conclusie is de juiste?

Tolstoj laat de zoektocht van vorst Andrei en vorst Pierre beide een conclusie vinden in de kalme vrede van de eenheid van het bestaan. Toch neemt deze kalme vrede voor beide heren een zeer verschillende gestalte aan. Pierre is zich bewust van de eenheid van het bestaan, maar kiest er voor om toch als een individu te leven. Een individu met het besef van de onvermijdelijkeheid dat hij weldra weer opgenomen zal worden in het oneindige.

In tegenstelling tot Pierre, kiest Andrei met zijn dood echter voor de volledige vernietiging van zijn individualiteit en zijn directe opname in het oneindige. Het is hier belangrijk op te merken dat Andreis lichamelijke dood een gevolg is van zijn spirituele dood die aangezet wordt door zijn overgave aan het oneindige. Hij sterft niet zomaar, het is een zelfverkozen opname in het oneindige (Becker, 2014).

In zijn schrijven geeft Tolstoj geen waardeoordeel over de keuzes die de twee vorsten maken. Toch weten we dat Tolstoj in zijn latere leven een diepe toewijding vertoonde voor ‘het ware geloof’, zoals de de kleine arme boeren dat beleidden. Hij nam afstand van zijn rijkdom en zette zich volledig in voor de hulpverlening aan hulpbehoevenden. Hoewel hij dus niet voor de volledige opname in het oneindige heeft gekozen zoals Andrei en besloten heeft te blijven leven volgens de principes van het individu, zien we toch duidelijk de reflectie van Schopenhauers filosofie terug in deze later fases van zijn leven. Een gematigd leven, ter onderdrukking van de begeertes, handeld uit medenlijden met de mens.

Als dat de les is die we via Andrei en Pierre van Tolstoj kunnen leren, dan denk we allemaal zeer erkentelijk mogen zijn voor voor de warmte van die wijsheid.

Zelfmoord disclaimer

De dood van Andrei als een Schopenhauerse overgave aan het oneindige, kan door sommige mensen gezien worden als een aansporing tot zelfmoord. Is zelfmoord immers niet de ultieme afwijzing van de Wil? Volgens Schopenhauer is dit echter geen oplossing, want volgens hem bestaat de gehele eenheid van het bestaan uit lijden. Wanneer je dus zelfmoord pleegt, beeindig je niet het lijden, maar vernietig je slechts de vorm er van.

Mocht deze aanraking met de filosofie van Schopenhauer je zelfmoordneigingen opgeleverd hebben, of speel je al langer met die gedachten, bel dan de zelfmoordhulplijn 0800-0113 of chat met ze op hun website.

  • Becker, D. (2014). Tolstoy and Schopenhauer and War and Peace: Influence and Ambivalence. Canadian-American Slavic Studies48(4), 418-447.
  • Barnhart, J. (1995, April). Tolstoy on Free Will. In The Personalist Forum (Vol. 11, No. 1, pp. 33-54).
  • Orwin, D. T. (2013). Tolstoy’s Art and Thought, 1847-1880. Princeton University Press.
  • Gustafson, R. F. (1978). The three stages of man. Canadian-American Slavic Studies12(4), 481-518.
  • Schopenhauer, The World as Will and Representation, 2: 381–382.
  • Arthur Schopenhauer (1788—1860) The Internet Encyclopedia of Philosophy (IEP) (ISSN 2161-0002)