De geschiedenis van dit monument gaat terug naar 1871, ten tijde van de Frans-Pruisische Oorlog. In dat jaar werd Parijs belegerd door de Pruisische troepen van Otto von Bismarck. De Franse regering was vóór de belegering de stad reeds ontvlucht (classic) en vervolgde haar activiteiten op veilige afstand in Bordeaux.

Ondanks dat Parijs volledige was omsingeld en contact met de inwoners onmogelijk leek, was er toch een goedwerkende communicatielijn met de ongelukkigen opgezet. Door middel van postduiven en luchtballonnen, wisten de Parijzenaren honderden kilo’s brieven naar buiten te smokkelen (een half miljoen in totaal!).

In totaal zijn 66 ballonnen vanuit Parijs opgestegen, waarvan er 58 in veilig gebied arriveerden. Twee ballonnen dreven echter erg ver af. Zo kwam het dat de inwoners van het Limburgse plaatje Merselo op 18 januari 1871 voor het eerst in hun leven in aanraking kwamen met luchtvaarders.

Heel het dorp was toegestroomd om het vreemde vaartuig te zien landen. De dapperste mannen renden achter het uitgegooide anker aan en hielpen de luchtballon veilig in een weiland te landen. Vol spanning keken de mensen toe hoe de Fransman Cléray uit de gondel stapte. Zijn dramatische aankomst met de luchtballon en zijn weerzinwekkende klederdracht (hij was gehuld in een berenmantel en een vossenharen muts) riepen reacties van verschrikking op. Veel inwoners dachten dat ze de duivel hadden gezien en maakte dat ze weg kwamen.

Toen later de burgermeester arriveerde en een gesprek in het Frans met de luchtvaarders op nam, werd direct de angst van de inwoners weggenomen en werden de Fransen vriendelijk geholpen met het opvouwen van de ballon. Via paard en wagen werden de drie aeronauten en hun bagage (150KG brieven, 3 postduiven en 4 flessen wijn (wederom: classic)) naar het trein station Horst-Sevenum gebracht, vanuit waar ze hun reis naar Frankrijk veilig konden vervolgen